ANVR logo SGR logo Calamiteitenfonds logo Facebook logo Instagram logo

Janka | Bolivia. ‘Buitenaarts!’

In het jaar 2018/2019 waren Janka en haar partner op wereldreis door o.a. een aantal landen in Latijns-Amerika. Lees hier het verslag van hun mooie rondreis door Bolivia.

Copacabana

We laten Peru even voor wat het is en steken het Titicacameer over richting Bolivia. De procedure en het passeren van de grens is nog nooit zó snel gegaan als bij deze twee grenskantoortjes. Geen vragen, geen formulieren, geen pasfoto’s en geen vingerafdrukken.. Enkel een ‘Buenas dias, stempel in het paspoort en adios amigo!’ Zo kan het dus ook!

Het Titicacameer ligt op de grens van Peru en Bolivia, is ruim 8 km² groot en ligt bijna 4000 meter boven zeespiegel. Het is daarmee het hoogste bevaarbare meer ter wereld. Wij verblijven een paar dagen in Copacabana. En dan bedoelen we niet het strand in Rio, maar de stad in Bolivia die aan het Titicacameer gelegen is..

Het stadje heeft een baai en een klein centrum met volgepakte straatjes, gekleurde huizen en een centraal plein met een kathedraal. Deze Basilica wordt omringd door de lokale markt en valt een beetje uit de toon in vergelijking met de rest van de gebouwen hier. 

De berg Cerro Calvario wordt gebruikt als gebedsplaats voor pelgrims. De lijdensweg van Jezus wordt namelijk uitgebeeld door 14 kruizen die je tijdens de beklimming naar de top tegenkomt. Toch komen er veel meer mensen dan alleen pelgrims. Dat heeft te maken met het uitzicht dat je vanaf Cerro Calvario hebt. Een uitkijkpunt met fenomenaal uitzicht op het Titicacameer en de baai van Copacabana! Dit uitzicht neemt letterlijk en figuurlijk je adem weg, niet alleen door de hoogte en het gebrek aan zuurstof, maar vooral door de magische zonsondergang die alles goud kleurt!

Copacabana is ook de basis voor een bezoek aan Isla del Sol en Isla de la Luna, twee heilige eilanden in het Titicacameer. Wij kiezen voor een bezoek aan Isla del Sol, volgens de Inca-legendes het eiland waar de zonnegod geboren werd. We wandelen langs oude Incaruïnes, hebben schitterende uitzichten op het meer en daarnaast is het landschap adembenemend met indrukwekkende baaien en verlaten velden. Ook maken we meerdere malen kennis met de lokale veekuddde en bevolking; ezels en lama’s staan langs de weg, zijn te vinden bij het haventje en staan in de schaduw te rusten achter de simpele boerenhuisjes op het eiland, vrouwen zijn aan het breien, kindjes rennen door de straten of komen nieuwsgierig kijken tijdens het dronen.

Echt top! Een goed begin van ons Bolivia avontuur!

Sucre

Sucre is de officiële hoofdstad van Bolivia. Denk jij bij de naam Sucre ook meteen aan suiker? Wij wel! Ookal is die link in dit geval helemaal niet aanwezig.. Het Spaanse woord voor suiker is namelijk niet sucre, maar azúcar. Waar de naam Sucre wel vandaan komt? Van Antonio José de Sucre, die samen met Simón Bolívar heeft gevochten voor de onafhankelijkheid van Bolivia. En ja, Bolivia is naar Bolívar vernoemd. Even een kort geschiedenislesje tussendoor.

Sucre is net een openlucht museum. Het is niet voor niets dat het oude centrum op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Het wordt beschermd door strenge bouw- en verkeersregels, resulterend in een prachtige binnenstad. Alle gebouwen in het oude centrum moeten één keer per jaar wit worden geverfd waardoor de stad de bijnaam ‘La Ciudad Blanca’ heeft. 

We slenteren door de witte straten, langs de koloniale kerken, leuke pleintjes, gezellige restaurantjes en cafés én prachtige oude gebouwen. Het mooiste gebouw van de stad is het Convento de San Felipe Nari. Vanaf het dak heb je een prachtig uitzicht op de stad en alle witte huizen. 

Witte huizen en oranje dakpannen dus. Wij beklommen één van de klokkentorens in de stad om vervolgens in de nok te genieten van een kop koffie en wow, wat een mooi uitzicht! Uitstekende kerktorens, omliggende bergen en het wordt meteen duidelijk waarom Sucre ‘La Cuidad Blanca’ wordt genoemd. 

Verstopt bij de berg Churuquella ligt een rustig uitkijkpunt met één van de beste panoramische uitzichten over Sucre; ‘Mirador de la Recoleta’. Ook dit is een plek om Sucre vanaf boven te bekijken.

De centrale markt van Sucre is geweldig! Kleurrijk met uitgestalde kazen, geurende kruiden, verse noten, huishoudelijke spullen en hompen vlees. We spotte ineens de neus van een koe…! Als we alle nogal sterk ruikende vlees- en kaaskramen voorbij zijn, vinden we de fruitkramen. We drinken een lekkere smoothie voor een spotprijs. En wat een feest is dat!

Wat de stad ook veel heeft, zijn groene rustgevende parken. Het mooiste is Plaza 25 de Mayo, in het hart van het centrum. Spelende kinderen, opa die de duiven op het plein voert, een verliefd stelletje op een bankje en mooie fonteinen. Maar ook Parque Bolivar is een wandelingetje waard. In het midden van het park staat een mini Eiffeltoren, deze is door dezelfde man gebouwd als de echte Eiffeltoren in Parijs. 

En wat we absoluut niet wilde missen is de grote begraafplaats, oftwel Cementerio General. Door een grote marmeren poort lopen we naar binnen. We treffen een waar schouwspel aan van pracht en praal. De toewijding waarmee de Bolivianen hun dierbaren begraven en bijzetten in graven, variërend van kleine graven, grafheuveltjes tot pompeuze mausolea is echt indrukwekkend te noemen! De graven zien er heel anders uit dan wij gewend zijn. De meeste graven liggen niet naast elkaar, maar bovenop elkaar, als een soort flatgebouw. Elk graf is op zijn eigen manier versierd. Graven zijn voorzien van een soort vitrine waarin foto’s en objecten staan tentoongesteld. Minibar flesjes drank, een miniatuur auto of motor, bloemen en vlaggetjes. De detailering in sommige graven is werkelijk prachtig! De rijen met kindergraven komt hard aan. Veel speelgoed en babyfoto’s..

We voelen ons gezegend dat we gezond zijn!

Potosí

Niet ver van Sucre ligt Potosí, ooit één van de rijkste steden ter wereld. Net als in Sucre is de koloniale binnenstad opgenomen op de werelderfgoedlijst. Maar nog veel belangrijker voor de stad is de Cerro Rico, de zilverberg waar Potosí ooit zijn rijkdom vandaan haalde!

De mijnen in de berg zijn nog altijd in gebruik en de grootste trekpleisters van de stad. Een bezoek is niet compleet zonder de mijnen te bezoeken! Daarnaast ligt het handig op de route naar Salar de Uyuni, dus een nachtje in Potosí is geboekt.

De stad Potosí werd al in 1544 gesticht, toen er in de naastgelegen berg Cerro Rico zilvererts werd gevonden. Zilver is er niet meer, tegenwoordig wordt er erts gewonnen, dat wordt verwerkt tot poeder van zink of lood.

Bij de tour aan de mijnen maakten we allereerst een stop om ons van top tot teen in echte mijnwerkerskleding te heisen. In de mijnen is het namelijk een modderige en stoffige bedoeling. De volgende stop is de lokale markt waar we wat cadeautjes voor de mijnwerkers kopen. Denk hierbij aan coca-bladeren, (waar ze op kauwen) alcohol en frisdrank. En dan is het tijd om zelf de mijnen in Potosi in te gaan. We leren over de geschiedenis en het winnen van de verschillende mineralen waaronder het zilver in de mijnen. We zien en beleven de barre omstandigheden waar de mijnwerkers dagelijks mee te maken hebben. De mijnen bestaan uit donkere en lange gangen, met in het midden een karrenrails. Regelmatig komen er volle karren met stenen in en uit de mijnen gereden. Nadat we dieper de mijn intrekken staan grote delen onder water en de gangen zijn soms zo laag dat je moet kruipen.

Het verbaasd ons niks dat deze mijnwerkers niet oud worden door de barre omstandigheden, de stoffen die ze inademen en hun longen totaal kapot maken. Ook overlijden er jaarlijks tientallen mijnwerkers door ongelukken of instortingen van de mijnen. In en in triest!

De tour door de mijnen? Een schokkende, bizarre en toch ook wel bijzondere belevenis in Bolivia!

Salar de Uyuni

Een niet te missen bestemming in Bolivia is met stip op nummer 1: De mooiste zoutvlakte ter wereld ‘Salar de Uyuni’, met een omvang van meer dan tienduizend vierkante kilometer. Deze zoutvlakte is een absolute must see in het veelzijdige Bolivia. We vertellen jullie er dan ook graag meer over, ga mee en ontdek in 3 dagen het buitenaardse Uyuni!

De dag begint bij een kerkhof voor oude locomotieven. In the middle of nowhere staan oude verroeste locomotieven en wagons opgesteld, die zijn aangetast door de zoute wind van de enorme zoutvlakte die hier vlakbij ligt. Best een bijzonder gezicht, maar niet te vergelijken met wat komen gaat. Hierna vertrekken we namelijk naar de spectaculaire zoutvlaktes. Eerst krijgen we nog een verrassend lekkere lunch. Veel groente, rijst en we wagen een poging.. Het vlees van de dag: lama. We trekken met onze jeep de witte uitgestrekte vlakte op. Het landschap wordt al snel wit. Heel wit! Een zonnebril en hoge factor zonnebrand zijn hier dan ook geen overbodige luxe als we de jeep uitstappen. Het zout kraakt onder onze voeten, wat een heerlijk geluid! Het surrealistische landschap van Salar de Uyuni leent zich bij uitstek voor een bizarre fotosessie met grappige verhoudingen. Ondanks dat dit een vrij toeristisch ding is, is het eindresultaat stiekem erg leuk! In het zoutmeer liggen een aantal kleine eilandjes. De bekendste is Incahuasi Island. Dit kleine eiland is bezaaid met metershoge cactussen, tot wel 14 meter hoog. Via een smal paadje kun je naar de top van het eiland wandelen met uitzicht op de uitgestrekte zoutvlakte. Ons bezoek in de namiddag geeft de cactussen bijna letterlijk een gouden randje! We vervolgen onze reis naar een punt waar de zonsondergang goed te zien is. Dit is zo prachtig! We slapen in een zouthotel dat volledig is opgebouwd uit grote blokken zout, met de prachtige sterrenhemel (incl. de Melkweg) als uitzicht.

Dag 1 was zo adembenemend mooi en perfect dat we ons bijna niet kunnen voorstellen dat de tweede dag weer een plaatje gaat worden… Maar de tweede dag verrast ons in positieve zin! Het gebied onder de zoutvlaktes is ook fantastisch, misschien zelfs nog wel mooier als het bezoek aan de zoutvlaktes zelf. 

De tweede dag staat in het teken van woestijn, vulkanen, laguna’s en flamingo’s. We kijken onze ogen uit wat betreft het ontzettend snel veranderende landschap tijdens deze dag. We beginnen bij een plek waar we uitzicht hebben op een rokende vulkaan, Coral Valley Ollague Vulcano. De vervolg route langs de verschillende lagoons begint goed met een uitgebreide lunch die wordt geserveerd bij een kleurrijke en prachtige lagoon met fotogenieke flamingo’s. Bij de zogenaamde stinky lagoon staan we oog in oog met tientallen van deze roze vogels. Het ruikt hier wel een beetje dubieus, dit komt door de mineralen en algen in het meer waar de flamingo’s van leven. Niet alleen de stinky lagoon is met haar flamingo’s mooi om te zien, ook de Red lagoon is een plaatje. Door de samenstelling van algen, mineralen en de stand van de zon kleurt dit meer rood. Naarmate we verder rijden verandert de omgeving weer. We komen in een totaal ander gebied terecht waar het stukken zanderiger is. Het is hier erg droog en kaal; Voor ons ligt de Siloli woestijn, waar een bijzonder verschijnsel te zien is.  Het gebied kent veel vulkanen en vroegere uitbarstingen hebben bijzondere rotsformaties gecreëerd. Vanuit het niets rijzen er grote rotsen in allerlei vreemde vormen uit het landschap omhoog. Door erosie heeft één van de rotsformaties de vorm gekregen van een boom, vandaar de naam Árbol de Piedra, wat ‘boom van steen’ betekent. Deze rots is 7 meter hoog en staat in het midden van de woestijn. Als we even helemaal alleen zijn in het midden van de Siloli woestijn vragen we de chauffeur om even te stoppen voor een fotomoment. Op de achtergrond zijn bergen te zien met allerlei verschillende kleuren. Het blijft hier magisch! Hierna rijden we een gebied in waar de cuvierhaasmuis (Andes konijn) leeft. Op een zanderige weg banen we ons een weg tussen de rotsen. We hebben geluk, we spotten een hele familie cuvierhaasmuizen! Het lijkt op een konijn met een lange staart, maar het hupt als een kangeroe. Naast de flamingo’s en cuvierhaasmuizen hebben wij ook nog vossen, struisvogels, vicuna’s en een heleboel lama’s gezien.

Onze laatste dag heeft een spectaculair einde. Vandaag zijn de Sol de Mañana geisers aan de beurt. De zwavelgeur en rokende en borrelende kuilen doen je de ijskoude buitenlucht even vergeten. De vulkanische activiteit is goed zichtbaar. Dit is zo ongeveer ook het hoogste punt van de tour, bijna 5.000m. Echter, het hoogtepunt van deze dag zijn wat ons betreft de warmwaterbronnen bij Laguna Chalviri. Met een buitentemperatuur van rond het vriespunt, in heerlijk warm water badderen, het staartje van de zonsopkomst meemaken die boven de Laguna opkomt waar de flamingo’s in alle rust op één been staan. De groene- en witte lagoon is de afsluiter van de tour, voor we weer terug rijden naar Uyuni. 

Al deze elementen hebben de tour voor ons een adembenemende en onvergetelijke ervaring gemaakt! En om er nog een schepje bovenop te doen, Salar de Uyuni is voor ons – tot nu toe – de mooiste bestemming op dit continent!

Rurrenabaque / De Amazone

De Amazone: Het groene hart van Zuid-Amerika, het grootste regenwoud ter wereld. Het beslaat zo’n 5.5 miljoen km² van het Zuid-Amerikaanse continent en doorkruist hier 9 landen. Wij kozen ervoor om het Boliviaanse gedeelte te bezoeken en reden met een kamikaze-chauffeur vanaf La Paz naar Rurrenabaque, we zijn blij dat we nog leven! Het leek alsof we in een formule 1 wagen beland waren; enorme afgronden, met piepende banden door de bochten, zweethandjes en klotsende oksels. Uiteindelijk stappen we na bijna acht uur levend en wel uit in Rurrenabaque. (De terugweg hebben we gekozen voor meer veiligheid en hebben we het vliegtuig genomen.) Rurrenabaque is een jungle dorpje in het noorden van Bolivia. Het klimaat is 360° gedraaid. Van besneeuwde bergtoppen in La Paz naar de vooral warme en vochtige jungle, het tropische klimaat past ons beter!

We slapen een nachtje in Rurrenabaque en de volgende ochtend vertrekken we in een jeep richting de jungle. Drie uur lang rijden we in the middle of nowhere over stoffige zandwegen. Saai is het zeker niet, want onderweg zien we al wat dieren. Struisvogels, kaaimannen en vlak langs de weg zit een luiaard in de boom. Na deze hobbelige rit is het tijd voor lunch en daarna stappen we in een houten boot de jungle in. Tijdens de drie uur durende boottocht naar onze slaapplek zien we al onwijs veel dieren. Allerlei soorten vogels, capibara’s, maar vooral de hoeveelheid kaaimannen is enorm. De bruingekleurde rivier zit er vol mee!

De nachten verblijven we in een zogenaamde ‘jungle lodge’ aan de rivier, een soort op steigers gebouwde camping.  Meerdere houten slaaphutten, een groot woonkamer-gebouw en een eetgebouw. Vanaf deze lodge bracht onze hilarische gids Tony onze 5-koppige groep in een bootje over de Amazone om wildlife te spotten. We hebben te maken met een Steve Irwin 2.0! Een gids die nergens bang voor is!

We zien ontelbare kaaimannen, van klein tot extreem groot (5 meter!). Een kaaiman die naar de naam Pedro luistert is er één van. Paradijsvogels en schildpadden. Capibara’s, de grootste knaagdieren ter wereld, die eruit zien als uit de kluiten gewassen cavia’s. Regelmatig zien we een familie langs de waterkant met schattige jonkies. Honderden kleine aapjes die in onze boot bespringen opzoek naar voedsel. We gaan piranha’s vissen, met zelf gefabriceerd visgerei. Succes gegarandeerd! Een speurtocht naar anaconda’s; met onze rubberen laarzen aan zetten we koers richting de graslanden langs de rivier. We wandelen langs en door hoog gras en bruine waterpoelen, waar we uiteindelijk een anaconda van 2 meter spotten! Als kers op de taart zwemmen we met roze dolfijnen! Jep, dat is in hetzelfde water als waar we al twee dagen lang honderden kaaimannen hebben gezien en piranha’s hebben gevangen… Toch kan je zwemmen in de rivier. De piranha’s en kaaimannen zijn namelijk bang voor groepen dolfijnen, omdat ze bovenaan in de foodchain staan. Zolang je dus in de buurt van een groep dolfijnen blijft, kan je zonder gevaar zwemmen.

Als we terugdenken aan deze tour, beseffen we hoe bijzonder het was om drie dagen midden in de jungle van Bolivia te zijn. Om wakker te worden door brullende apen, biertjes te drinken bij een zelfgemaakt kampvuur, om te voetballen op een veldje midden in de jungle met ondergaande zon en om in het pikkedonker kaaimannen te spotten gewapend met zaklampen. Samen met de ontelbare mooie en bijzondere dieren die we hebben gezien, staat deze tour dan ook zeker in onze top vijf van meest bijzondere dingen die we tot nu toe hebben gedaan tijdens onze wereldreis! 

La Paz

Er zijn maar weinig steden in de wereld die zo’n spectaculaire ligging hebben als La Paz. Het ligt in een vallei en is omringd door canyons met op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Mount Illimani. La Paz ligt op meer dan 3.500 meter hoogte en wordt frequent aangezien voor de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld, maar de officiële hoofdstad van Bolivia is Sucre.

Net als de stad Medellín in Colombia heeft La Paz kabelbanen die over bepaalde wijken van de stad heen gaan. Een ritje met de Teleferico, oftewel de kabelbaan, mag dus niet ontbreken! De kabelbanen zijn door president Evo Morales gebouwd om de hoger gelegen buitenwijken van La Paz te verbinden met het centrum en zo de files te verminderen. Het zijn dan ook vooral locals die massaal gebruik maken van de teleferico’s, maar voor ons toeristen is het natuurlijk een prachtige manier om het leven van La Paz van bovenaf te zien en de enorme omvang van de stad te aanschouwen!

Plaza San Francisco is één van de belangrijkste en levendigste pleinen in de stad. Het is geliefd bij de inheemse Aymarávrouwen met gigantische rokken en gekleurde doeken op hun rug geknoopt, hippe Boliviaanse dames op hoge hakken, straatartiesten en is er een leger van verkopers actief.

Dan kun je je hart ook nog ophalen in de straatjes achter de kathedraal Iglesia de Francisco. Bontgekleurd koopwaar siert de straten. Truien van alpacawol, tassen en etuis met zo’n gezellig indianenprintje, wollen kleden, mutsen en wanten. Het is meest kleurrijke plek van La Paz. Aan de andere kant van de straat is Mercado de Hechicería, oftewel de heksenmarkt. Een niet alledaagse markt waar de vreemdste producten aangeboden worden om voorspoed en geluk aan kopers te garanderen. Kruiden en zaden, gedroogde zeesterren, drankjes, stenen poppetjes, andere magisch geachte voorwerpen en het meest opvallende koopwaar: gedroogde lamafoetussen. De producten worden door de lokale bevolking gekocht om daarna te offeren aan ‘moeder aarde’. Zo zou het namelijk geluk brengen om een foetus van een Lama te begraven onder een hoeksteen van je huis. Juist ja… Fascinerend om hier langs de kraampjes te dwalen!

Cemetario General is de grootste begraafplaats in La Paz en zo’n 3 kilometer lang. Je vindt er, net zoals in Sucre, kleine graven en grote mausoleums (vaak van rijke families). De regel is dat je zo’n 10 jaar lang een tombe kunt huren voor een overledene. Daarna moet deze plaatsmaken voor een ander en worden de restanten gecremeerd. Deze begraafplaats in La Paz is extra interessant, omdat je hier ook nog eens de mooiste graffiti vindt!

Ook duiken we nog even de natuur in. Nou ja, natuur… Geen groene omgeving, want de streek rondom La Paz is droog, droger, droogst. Valle de la Luna, oftewel de vallei van de maan, is een gave plek om te bezoeken. De reden waarom dit de vallei van maanlandschap wordt genoemd is wel duidelijk als je de vallei ziet. Een droog gebied dat bestaat uit puntige rotsen, cactussen en diepe kloven. Je hebt het idee dat je voor heel even op een andere planeet bent beland!

Er zijn veel wegen op de wereld die je beter kan vermijden. Death road is er zo eentje! In de jaren dertig waren Bolivia en Paraguay in oorlog en hield Bolivia vele Paraguayaanse krijgsgevangenen. Deze krijgsgevangenen werden gebruikt om een weg aan te leggen tussen La Paz en het Amazone gebied. Tijdens de aanleg van de weg probeerden vele krijgsgevangen te ontsnappen. Als ze gepakt werden kregen ze de keus: een kogel of van de weg honderden meters naar beneden springen. Op die manier raakte de weg al berucht vanaf de bouw. Tel daar ook nog alle verkeersslachtoffers bij op, dan is het logisch dat deze weg de bijnaam Death road heeft gekregen.

Mountainbiken over de Death Road is populair onder de daredevils. Dit komt niet alleen door de sensatie van rijden op de gevaarlijkste weg ter wereld, maar ook omdat je tijdens de 65 kilometer lange route een afdaling maakt van meer dan 3500 meter. We beginnen op 4700 meter hoogte in de besneeuwde bergen van de Andes en dalen af tot een hoogte van ongeveer 1200 meter in de tropische jungle. Geen bucketlist-item voor Kevin, Janka gaat alleen op pad met een klein groepje avonturiers.

Het wegdek bestaat uit aarde en losse stenen, een erg smalle weg langs de bergen. Met een bergwand aan de ene kant en de metersdiepe stijle afgronden aan de andere kant dalen we af. Één stuurfout kan resulteren in een vrije val met dodelijke afloop. Met knikkende knieën suis ik het eerste stuk naar beneden. Wanneer na een tijdje de grootste angst overwonnen is begint het genieten. Onderweg heb je namelijk prachtige uitzichten! Je kijkt uit over de mistige bergen van de Cordillera Real, komt voorbij verfrissende watervallen en hebt prachtige vergezichten langs de route.

Zonder kleerscheuren komen we aan op 1200 meter hoogte, waar een koud drankje, een uitgebreide lunch, lonkend zwembad en verfrissende douche op ons wachten. Een busje brengt me daarna weer terug naar La Paz waar Kevin vol spanning op me wacht. Ik heb de Death Road overleefd!

Benieuwd geworden naar een rondreis door Bolivia? Check onze voorbeeldreizen voor meer inspiratie voor Bolivia.

Terug naar reisverslagen